Overzicht van alle vaardigheden

Alle aangeleerde vaardigheden, technieken en oefeningen

• Sterke resonantie en betrokkenheid opbouwen met de cliënt ( op vlak van woordgebruik, mimiek, lichaamshouding en stemgebruik)
• Beheersing van de belangrijkste elementen van stemgebruik: volume, projecteren, basistoonhoogte, intoneren met minstens 3 verschillende toonhoogtes en duidelijk fraseren met melodie-boog.
• Beheersing van de 2 soorten backtracking voor het bevorderen van resonantie: subtiel herhalen van de betekenis dragende sleutelwoorden en een gespreksonderdeel samenvatten met de criteria-woorden van de cliënt.
• Communicatierichting: Het verschillen tussen: communiceren met het oog op jouw belangen en communiceren met het oog op de belangen van de ander.
• Het contact met je lichaam houden en stevig verankerd zijn in jezelf.
• Je aandacht bundelen en gecenterd blijven (bewustzijn van de eigen buik-energie, van de hart-energie en de aandacht in het centrum van je eigen hoofd houden).
• Bewustzijn van je ademhaling en van je energiestroom.
• Psychisch-emotionele Grenzen: Het belang van perifere waarneming (o.a. 180 ° blikveld houden) en connectie met je lichaam houden voor het behoud van je mentale en emotionele grenzen. Tegelijk letten op gelijkenissen en verschillen tussen de ander en jezelf.
• De kwaliteit van betrokken neutraliteit ontwikkelen.
• Volledig acceptatie van de ander en van wat er gebeurt in interactie met de ander (dat betekent niet dat je er mee akkoord gaat of dat je je er bij neerlegt).
• Consequent ecologisch, niet-oordelend en ondersteunend taalgebruik hanteren.
• Het verschil tussen beschrijvende taal en evaluerende taal onder de knie krijgen: In je manier van spreken consequent het onderscheid maken tussen enerzijds datgene wat waargenomen wordt en anderzijds jouw subjectieve evaluatie over wat je waarneemt: beheersing van het 5-stappen clean language model.
• Het 3-fasengesprek (Probleem – oplossing/doelen – hulpbronnen) onder de knie krijgen.
• Het verschil tussen probleem-oplossend communiceren en doelgericht coachen.
• Congruente communicatie: in woord, lichaamstaal en intonatie consequent en eenduidig communiceren.
• Bewust zijn van je innerlijke krachtbronnen en deze in elke situatie beschikbaar houden.
• Soepel hanteren van de 5 waarnemingsposities: waarnemen, denken én voelen vanuit jezelf, vanuit de ander, vanuit de denkbeeldige, neutrale observator, vanuit het systeem (gezin, familie, bedrijf…) en vanuit het perspectief van het universeel al-bewustzijn.
• Onderscheid maken en houden tussen jouw ‘model van de wereld’ en dat van de ander. De ander bewust maken van zijn/haar model van de wereld, van zowel de ondersteunende als de belemmerende aspecten ervan.
• Het verschil herkennen en hanteren tussen ondersteunen en oplossen; tussen advies geven en de ander helpen om bij de eigen inzichten te komen.
• De 3 basisvoorwaarden voor positieve verandering: jezelf vanuit metastandpunt kunnen zien, jezelf zien als iemand die in evolutie is en toekomstperspectief hebben of creëren.
• Anderen begeleiden vanuit een stevig intern referentiekader, met openheid voor informatie van buitenaf en behoud van psychisch-emotionele grenzen.
• Maximaal vertrouwen op alle informatie uit je onderbewuste. De connectie met je onderbewuste versterken.